Feiten en fabels: vitamine C

by in Blog 20 januari 2021

Voeding is misschien wel één van de meest besproken onderwerpen (oké, de laatste tijd misschien niet helemaal en wordt dit overtroffen door het corona-virus) maar er circuleren ook nog wel eens wat onwaarheden over voeding. Vandaag bespreken we de feiten en fabels over vitamine C oftewel: ‘ascorbinezuur’.

1. Vitamine C voorkomt verkoudheid

Fabel. Jammer genoeg kan vitamine C geen verkoudheid voorkomen. Vitamine C is wel een belangrijke vitamine bij je weerstand maar een verkoudheid wordt zelf veroorzaakt door een virus (en niet door een kou). Er zijn wel onderzoeken die aantonen dat voldoende vitamine C zorgt voor een minder lange duur van een verkoudheid. Echter, dan moet je de vitamine ook al wel voldoende binnenkrijgen voor je verkoudheid is begonnen. Het helpt helaas niet om pas te starten met vitamine C op de dag van de start van je verkoudheid.

2. Sinaasappels bevatten het meeste vitamine C

Fabel. De belangrijkste bronnen van vitamine C zijn fruit, vruchtensap, groente en aardappels. Er zit dus inderdaad vitamine C in een sinaasappel maar er zit meer in kiwi’s, rode paprika en zwarte bessen. Toch is het advies niet om alleen deze producten te eten. Variatie is juist belangrijk om voldoende voedingsstoffen waaronder vitamines en mineralen binnen te krijgen. Zorg dus dat je alle kleuren van de regenboog eet.

3. Er bestaat geen te veel aan vitamine C

Fabel. Omdat vitamine C een wateroplosbare vitamine is, plassen we een te veel hieraan uit. Soms kunnen er wel maag- en darmklachten ontstaan zoals diarree. Een te veel aan vitamine C (1500 mg) remt wel de koperopname. Koper is onder andere belangrijk voor ons immuunsysteem, vorming van onze botten en de bloedstolling. Baat het niet dan schaadt het soms wel degelijk. Een te veel aan vitamine C haal je niet uit voeding maar wel uit supplementen. Ook het risico op nierstenen wordt vergroot door te veel aan vitamine C uit supplementen.

4. Vitamine C is belangrijk voor een mooie huid

Feit. Vitamine C is een anti-oxidant. Anti-oxidanten beschermen het lichaam tegen vrije radicalen. Vrije radicalen zijn stoffen die ontstaan vanuit een normale stofwisseling maar ook door bijvoorbeeld roken, zonnen en bij bepaalde ziekten. Hierdoor kunnen ze mogelijk invloed hebben op het ontstaan van hart-en-vaatziekten, kanker maar ook verouderingsprocessen in ons lichaam. Maar: te hoge doseringen van anti-oxidanten kunnen juist weer voor een tegenovergesteld effect zorgen. We noemen dit dan een pro-oxidant effect en zorgt dan juist voor negatieve gevolgen. Opnieuw geldt dan weer: baat het niet dan kan het soms juist wel schaden.

5. Je kan het beste een vitamine C-supplement nemen

Fabel. Zoals je boven al hebt gelezen, is een supplement zeker niet nodig wanneer je een gezonde en volwaardige voeding tot je neemt. Hieruit haal je voldoende vitamine C. De aanbevolen hoeveelheid vitamine C is voor het merendeel van onze bevolking 75 mg. Eén kiwi bevat al 59 mg vitamine C en een ½ rode paprika circa 150 mg. Zorg er daarom voor dat je dagelijks 2 porties fruit eet en minimaal 250 gram groente en andere gezonde producten. Twijfel je of je voldoende binnenkrijgt? Informeer dan eens bij een diëtist.